Ik heb de afgelopen paar keer wat verteld over dat boek van David Hinton, The Way of Ch’an, waarin hij het Chinese perspectief op de zen traditie probeert te verhelderen. Hij wil van het begin af aan aangeven, waar hebben die wortels nou gelegen, en hoe kunnen we dat vanuit het nu begrijpen? Dus hij begint bij het allereerste begin in China, voordat er ook maar enig boeddhisme in China was. Hij begint met de I Ching. De I Ching is al heel oud. We weten eigenlijk niet eens hoe oud. Waarschijnlijk rond 1200 v. Chr. opgeschreven, maar waarschijnlijk is het een orale traditie die veel verder teruggaat. En wat hij zegt is, dat is een tijd waarin de manier waarop ze in de wereld stonden zonder het besef van een ik was. Dus de wereld werd gewoon gezien als een weefsel, een netwerk, een kosmos. Zonder dat de mensen het gevoel hadden van ik loop daarin rond of ik doe daarin dingen. Ze zagen zichzelf gewoon als onderdeel van dat weefsel. Dat was eigenlijk een heel doorlaatbaar bewustzijn. Ze trokken helemaal geen grens tussen binnen en buiten, tussen ik hierbinnen en de wereld daarbuiten.
Je denkt misschien van nou vreemd, of rare jongens die Chinezen dat ze dat zo dachten. Maar ik werd herinnerd aan een oud boek dat ik 25 jaar geleden heb gelezen van Julian Jaynes. Hij heeft een theorie dat precies hetzelfde gebeurt met de oude Grieken rond 1200 v.Chr. Dat was ook de tijd van Homerus, Troje en Odysseus. Jaynes heeft een hele theorie over hoe die oude Grieken ook de wereld waarnamen zonder ik, ook vanuit een poreus bewustzijn. Dus dat vond ik wel super interessant, dat dat eigenlijk in beide gevallen zo was, dat het iets universeels was. En dat ons hele idee, ons besef van ik, ons hele conceptuele bewustzijn en ook ons talige bewustzijn, er eigenlijk pas later bijgekomen is. Ik las vanmiddag een boek over de linker- en rechterhersenhelft, dus je kan het ook zien van, dat is nog een rechterhersenhelft manier van in de wereld staan. Heel intuïtief eigenlijk. Pure resonantie eigenlijk. Dat je gewoon helemaal resoneert met de wereld om je heen en die ziet als een netwerk en dat je daarmee verbonden bent. Zonder dat er die linkerhersenhelft, van bewustzijn, er inzit van ik, taal en denken. En dat dat pas later is gekomen.
De I Ching, zegt David Hinton, is eigenlijk net geschreven op zo’n moment dat dat een beetje begon te schuiven, dat het een beetje begon te veranderen. De I Ching is eigenlijk niet een boek of een tekst waarin een verhaal wordt verteld, maar het is eigenlijk een poging om meer met het weefsel, het netwerk, te kunnen resoneren. Het is eigenlijk een hulpmiddel, een instrument. Het is niet een boek dat iets probeert uit te leggen. Het is een instrument en het werd ook wel gebruik voor waarzeggerij, maar waarzeggerij niet van, wat gaat er in de toekomst gebeuren, maar veel meer van welke krachten spelen er allemaal een rol nu? Met welke krachten configuraties moeten we rekening houden? Welke configuraties zijn nu aan de orde en waarop moeten we ons nu afstemmen? De I Ching doet dat door middel van de hexagrammen, zes lijntjes die wel of niet doorbroken zijn. Zo heb je 64 combinaties. Dus de I Ching is gewoon 64 van die plaatjes. Verschillende constellaties van gebroken en rechte lijnen die staan voor yin en yang. Yang is dan een mannelijk principe dat ook verbonden is met hitte, maar ook met de hemel. Yin is het vrouwelijke, ontvankelijke, ontvangende principe dat ook met kou en aarde verbonden is. En het zijn ja, twee verschillende principes, twee verschillende krachtenvelden, zou je kunnen zeggen, die steeds voortdurend in hun samenspel dat hele weefsel vormgeven.
Die twee krachtenvelden, die twee krachten, die worden ook wel benoemd als hemel en aarde. Dus dat hele weefsel en het hele netwerk. Dat is eigenlijk een combinatie van hemel en aarde in allerlei verschillende configuraties. Het kan helemaal hemel zijn of helemaal aarde zijn of een samenspel daarvan. En die configuraties, die constellaties, die maken de kosmos uit. Maar het is in een voortdurende verandering. Het is nooit statisch, het is altijd in verandering. En de I Ching is dan een manier om je te kunnen verbinden met die voortdurend veranderende werkelijkheid. Dus het is eigenlijk tegelijkertijd puur gereedschap, en ook een soort filosofisch geschrift waar de kosmologie in wordt beschreven. In een hele primitieve vorm kun je daar al zien hoe in de hele Chinese traditie wordt nagedacht over de kosmos. En het is dus misschien wel helemaal niet zoveel anders dan in onze eigen traditie. Hoe het begonnen is. Alleen zijn wij een hele andere kant opgegaan.
Hoe vind je je weg in zo’n kosmos die voortdurend aan het veranderen is? Wij in het Westen hebben een soort sprong gemaakt waarin men op een gegeven moment op zoek gingen naar de logos, naar de onderliggende wetmatigheden van de kosmos, naar de patronen van de kosmos. En zo is ons logisch denken en de logica ontstaan om daar grip op proberen te krijgen. Maar in de I Ching gaat het niet om grip krijgen op dat weefsel, maar om te leren hoe je moet mee stromen in dat weefsel. Dat heeft altijd te maken met heel sensitief zijn voor wat er eigenlijk gaande is. Dat kan je alleen maar doen door daar rechtstreeks contact mee te hebben. Dus niet door daarover na te denken of daar theorieën over te ontwikkelen. Sterker nog, nadenken en theorieën ontwikkelen, staat eigenlijk alleen maar in de weg.
Wat je veel meer moet proberen te ontwikkelen, te cultiveren, is het vermogen om te luisteren naar dat weefsel. Wat het weefsel je te zeggen heeft. Van welke kant de wind waait. En het kan elke dag weer anders zijn. Vaak worden de vier seizoenen als een voorbeeld genoemd van hoe dingen in een voortdurende verandering zijn, maar dat het allemaal onderdeel uitmaakt van één proces. De vier seizoenen maken deel uit van één stroom van één proces. En dat hebben jullie misschien ook afgelopen week kunnen voelen hoe het dan opeens omslaat. Dat het ene seizoen opeens plaats maakt voor een ander seizoen, dat de hele configuratie lijkt te veranderen. En dat het ons misschien ook op een hele andere manier raakt en een impact heeft. Dus je kunt dat niet loskoppelen. Het is niet iets wat buiten ons plaatsvindt, maar wij worden daar ook in meegenomen, in die voortdurende overgangen. Wij zijn zelf ook die overgangen. En de manier om dat te cultiveren is, om niet naar een soort bestemming te streven. Eigenlijk om überhaupt nergens naar te streven maar om je veel meer bewust te worden van welke krachten spelen er nu en wat is er nu gaande? En dan te kijken van. Wat is nu de respons op dit moment? En de timing daarin is ook heel belangrijk. Want wat vandaag? De juiste respons kan morgen de verkeerde respons zijn. Het hangt allemaal af van die configuratie en de constellatie. En die tekst van de I Ching, die bestaat uit de 64 verschillende hexagrammen. Hinton heeft er daarvan een paar vertaald.
Het eerste wat opvalt als je dat probeer te lezen is, dat het misschien een beetje onbegrijpelijk lijkt, moeilijk te vatten. Dat is misschien precies de bedoeling, want het is niet de bedoeling dat het makkelijk te vatten is. Want het gaat niet om dat je het kunt vatten, maar het gaat erom dat het je raakt, dat het een impact heeft, dat het een werking heeft. Dus in die zin staat het veel dichter bij poëzie. Met poëzie gaat het er ook niet om dat je het kunt vatten, maar dat de poëzie jou kan vatten. Dat die tekst iets met jou kan doen. De structuur van de I Ching is: een hele korte cryptische beschrijving van het hexagram, een uitleg van die beschrijving die vaak net zo cryptisch is als de beschrijving zelf (we zien hier natuurlijk al een soort voorafspiegeling van de koan verzamelingen, later in de zen traditie, die ook vaak bestaan uit cryptische verhalen), een commentaar dat bijna nog cryptischer is, en dan is er een commentaar op het commentaar dat het ook niet echt verheldert. Mensen denken altijd dat is nou typisch zen, maar dit is gewoon heel Chinees. Het gaat heel diep terug in die Chinese traditie dat je dingen niet vanuit één perspectief kan vatten. Je kunt het niet duiden, vastleggen, maar je kunt wel door tekst en door taal iets wekken in mensen. En taal is in die zin bedoeld om iets te wekken.
Bijvoorbeeld het eerste hexagram is Hemel. Ik zal dat vertalen. Alle oorsprongen dringen overal door. De hemel is onuitputtelijk in het voortbrengen van wilde, wilde, oogst en wilde vruchten. Dus de hemel verwijst hier niet naar een bepaalde plaats. Hoewel het karakter voor hemel ook lucht kan betekenen, dus het teken kan soms ook weer wel een bepaalde plaats beteken, namelijk de lucht daarboven. Maar het verwijst ook naar een leven gevend principe, een actief principe dat vrucht draagt waar alles uit voortkomt, dat generatief is. Het is een hexagram met zes ononderbroken lijnen, dus helemaal yang. Het is helemaal yang zonder ook maar iets van yin erin. En het tegendeel daarvan, dat is aarde. Dat zijn zes onderbroken lijnen, dus dat is helemaal yin. En het interessante is, de uitleg daarvan is bijna precies hetzelfde. Alle oorsprongen dringen overal door. De aarde is onuitputtelijk als een merrie in het voortbrengen van rijpe vruchten. Dus het lijken twee generatieve principes te zijn. Het één is een mannelijk principe en het ander is een vrouwelijk principe. Dus hemel en aarde zijn twee principes, die ook altijd met elkaar verweven zijn. Het zijn geen tegenpolen zoals wij dat misschien zouden opvatten. En het zijn ook niet twee verschillende locaties of twee verschillende dimensies. Maar het zijn principes, krachtenvelden die je eigenlijk nooit uit hun context kan trekken; die altijd in samenspel met andere krachtenvelden optreden, maar die hun eigen werking hebben; een eigen effect hebben. En dat is iets wat in de Chinese traditie steeds opnieuw terugkomt. Dit is dan misschien een soort oerversie van dat hemel en aarde met elkaar verweven zijn en ook misschien wat wij dan zouden noemen het seculiere en het heilige, of het wereldse en het heilige. Dat zijn in het Chinese denken nooit tegenstellingen, maar die zijn altijd met elkaar verweven en altijd met elkaar verbonden.
Vervolgens staan er nog een paar van die hexagrammen. Bijvoorbeeld terugkeer, uitputting etc. Dat zijn krachtenvelden waar je mee geconfronteerd kan worden. Dus de I Ching laat je dan zien welk krachtenveld op dat moment aan de orde is. Maar ik wou nog wel iets zeggen over dat laatste hexagram, stillness, stilheid, verstilling, of stil worden. En de tekst is: Stillness in your back. Expect nothing from your life, wander the courtyard where you see no one, how could you ever go astray. Verwacht niets van je leven. Zwerf door de open plek waar je niemand tegenkomt. Hoe zou je ooit kunnen verdwalen? Als je nergens naar toe gaat, kun je ook niet verdwalen. En dan in de interpretatie staat er stillness is the same as abiding. Precies verblijven waar je nu bent. De stillness is een metafoor voor die roerloosheid, voor je niet verroeren, je niet bewegen, maar wel bewogen worden. Maar het is niet wat wij er misschien van zouden denken. Stil worden betekent niet niet denken of leeg worden van gedachten. Het gaat niet om leeg worden, maar misschien wel om doorlaatbaar worden. En er staat: in the season for anbiding abide, in the season for moving move. Dus soms is het aan de orde om heel stil te zijn en even niets te doen.
En dan? Soms is het tijd om in actie te komen en iets te ondernemen. Het is de kunst om te weten welk seizoen het is. Dat is precies het doel van cultivering, dat je dat leert te onderscheiden. Wanneer is het de tijd voor stillness en wanneer is het de tijd voor beweging? Ik had zelf bijvoorbeeld afgelopen week met die overgang van zomer naar herfst. Dat het mij echt een beetje van mijn stuk bracht en dat ik ook dacht van oh, het is opeens helemaal anders en ik voel me ook anders. En wat moet ik nu doen? En wat is nu het plan? En toen las ik dit en toen dacht ik van ja soms als je dat voelt is het heel goed om even niks te doen. Om af te wachten. Omdat het niet zo meteen duidelijk is. Wat dan gedaan moet worden of wat het plan is. En die kunst om te kunnen wachten, om te durven wachten, dat is iets wat je ook kan cultiveren. Wat meestal voor ons niet van nature komt. En dan staat er: If you take action in the proper season and cultivate quiet in the proper season, your way is radiant with the illumination of Sun and Moon. Dus het gaat allemaal om het juiste seizoen, om de juiste tijd, om de juiste timing. En dan staat er: stillness in abiding means abiding in whatever you are.
Dus wat je ook op dat moment bent en wat er ook is, verblijf daarin, zonder beweging, zonder beweging daarvandaan. Dat vond ik een hele mooie en daar zie je al eigenlijk een soort kern van de zen beoefening. In de zen traditie en bij de zesde zen patriarch krijgt dat verblijven dat abiding enorm veel nadruk. Maar hier zie je het al in de I Ching, dat belang van kunnen verblijven in wat je op dat moment bent. Zonder oordeel, zonder idee dat het weg moet, omdat het moet verbeterd worden of dat er iets anders moet zijn. Maar ga maar gewoon abiding ervaren. Op andere momenten is het juist helemaal niet aan de orde om die stillness te manifesteren. Dan moet je in beweging komen. Maar hoe weet je nu wanneer wat aan de orde is? Dat is wat wij beoefenen. Hoe dat te gaan ontwikkelen, hoe dat te gaan cultiveren. Dat zijn een paar voorbeelden van hoe de I Ching een tekst is die iets probeert te wekken in ons en ons niet per se iets probeert te leren. Sommige van die hexagrammen zijn op een bepaald moment aan de orde en andere weer niet, daarom is het ook een instrument.